Geschiedenis van de koerier tot 1880

 

Van officier tot boodschappenjongen

Door de hele geschiedenis heen hebben mensen belangrijke berichten gehad voor anderen die ze zelf niet fysiek konden bezorgen. Er ontstonden verschillende methodes om dergelijke boodschappen toch door te geven, maar de op afstand meest gebruikte was die van de koerier of boodschapper. Meestal werd de functie vervuld door militairen of goede renners, maar vanaf de twaalfde eeuw kwamen er in de snel groeiende steden ook goedkope boodschappenjongens. Allen probeerden zij een meestal geschreven bericht zo snel mogelijk op de plaats van bestemming te krijgen en eventueel een antwoord mee terug te nemen. Aanvankelijk verplaatsen ze zich alleen te voet en/of per boot, maar sinds de vroege middeleeuwen ook steeds meer per paard. Zo deden koeriers eeuwenlang tamelijk onveranderd hun werk, totdat de moderne tijd hun vak op tal van manieren veranderde.

 

Fray Juan Rizi - El mensajero (De boodschapper),± 1640. Bron: Wikimedia Commons 

Soorten koeriers en boodschappers

In het Nederlands wordt het woord koerier momenteel gebruikt voor mensen die in opdracht van anderen zowel berichten als pakketen bezorgen. De hedendaagse koerier bezorgt bijna alleen nog pakketten en soms urgente zakelijke brieven. De historische koerier bezorgde echter meestal juist korte berichten,  soms mondeling maar meestal uitgeschreven, en maar zelden pakketjes. Daarom gebruiken wij ook de term boodschapper voor deze koerier. Een erg ouderwets synoniem dat wij niet meer gebruiken is ijlbode, ofwel een snelle bode die bestond naast gewone postbodes met minder haast.

Grofweg waren er in het verleden twee soorten koerier actief. Voor beiden geldt dat ze vaak ook een antwoord van de ontvanger mee terug namen naar de verzender.

 

1. De officiële boodschapper

De officiële boodschapper bracht belangrijke berichten over tussen hooggeplaatste personen of tussen groepen van mensen. Deze berichten bevatten vaak gevoelige informatie over staatsgeheimen, militaire strategie in geval van oorlog of handelsbelangen. Soms ook waren ze bedoeld om mensen in andere plaatsen te waarschuwen voor dreigend gevaar, zoals bijvoorbeeld een pestuitbraak. Daarmee was het van groot belang dat de officiële koerier niet alleen snel was, maar ook uiterst betrouwbaar en goed in staat zichzelf te verdedigen tegen vijanden die zijn brief wilden onderscheppen. Als er een grote kans was dat koeriers zouden worden onderschept, verstuurden machthebbers hetzelfde bericht via meerdere boodschappers.

Niet zelden werd de taak vervuld door een goed getrainde militair. In het leger bestond zelfs lange tijd de functie van ordonnans, wiens taak het voornamelijk was om namens officieren berichten te bezorgen of belangrijke documenten te vervoeren. De Engelse term despatch rider geeft aan dat het hier om goede paardrijders ging. Vanaf de Eerste Wereldoorlog verplaatste de ordonnans zich vooral per motorfiets, de zogeheten motorordonnans. Bij zeer gevoelige of belangrijke informatie was er echter een officier zelf nodig om die te bezorgen. Moderne communicatiemiddelen hebben de functie van ordonnans overbodig gemaakt.

 

Petr Isaakovich Geller - De legendarische Russische generaal Suvurov ontvangt de keizerlijke order om met het Russische leger op te trekken tegen Napoleon, 1902. De koerier is duidelijk een hoge officier.  Bron: Wikimedia Commons

 

2. De persoonlijke boodschapper of boodschappenjongen

De officiële boodschapper was uiteraard een dure aangelegenheid en niet beschikbaar voor gewone mensen in de straat. In de tijd voordat moderne communicatiemiddelen als de telegraaf en telefoon bestonden, hadden die echter ook boodschappers nodig om snel een bericht te kunnen sturen aan iemand. Dat was zelfs zo in tijden dat er al postbodes bestonden, want de gewone post ging uitermate traag. Tot aan de 19de eeuw waren brieven binnen een stad al vaak dagen onderweg. Laat staan als de post naar een andere gemeente moest.

Om toch snel een persoonlijk bericht of bijvoorbeeld een uitnodiging te versturen, kon men lokale boodschappers inhuren, vooral binnen steden. Dit waren vaak nog jongens waardoor de term boodschappenjongen in zwang raakte. Jongens waren goedkoper dan volwassenen en vaak de enige boodschapper die mensen zich konden veroorloven. Al hadden welgestelde stadsbewoners andere koeriers tot hun beschikbaar dan de minder bedeelden.

 

 

Pieter de Hooch - Interieur met een jonge vrouw die een brief ontvangt, 1669. De koerier is een tiener. Aan zijn luxe kleding valt echter te zien dat hij voor de bovenlaag van rijke Amsterdamse burgers werkt.  Bron: Wikimedia Commons / Hamburger Kunsthalle

    

Boodschappers in de prehistorie

In hoeverre mensen in de oertijd gebruik hebben gemaakt van boodschappers valt niet na te gaan. Er is geen enkel direct bewijs dat ze er waren. Dat ze er niet waren valt echter moeilijk voor te stellen. Rondtrekkende groepen hadden onderlinge connecties en gedurende bepaalde tijden van het jaar trokken de fitte mannen binnen de groep erop uit om te jagen of te vissen en bleef de rest ergens achter. Dat ze zo niet hebben geleefd zonder enige vorm van communicatie over langere afstanden staat vast.

In Afrika is het gebruik van trommels voor het verspreiden van boodschappen bijvoorbeeld gedateerd op minstens 6000 jaar voor Christus. Ook grottekeningen waren waarschijnlijk een manier om boodschappen over te brengen aan anderen.

Dat kan in principe ook met behulp van bodes zijn gebeurd. Geen beroepskoeriers uiteraard, maar een snel lid van de groep die het bezorgen van het bericht als een van zijn taken had. Punt is wel dat prehistorische mensen nog geen schrift hadden en dus geen verzegelde brief mee konden geven. Berichten konden alleen mondeling worden overgebracht. Daarmee was een eventuele boodschapper per definitie op de hoogte van de inhoud en moest daarmee dus worden vertrouwd. 

 

 

Albert Anker - De Pfahlbauer (deze Duitse term verwijst naar vroege bewoners van een merengebied), 1886. De schoenen die deze man aanheeft kloppen met wat men weet over prehistorische schoenen. Die zou een bode dus ook hebben gedragen. Bron: Wikimedia Commons.

   

De vroege oudheid: de eerste beroepskoeriers

Tussen ongeveer 3500 en 3000 jaar voor Christus ontstonden de eerste schriften, namelijk het spijkerschrift in Mesopotamië en het hiërogliefenschrift in Egypte. Dat wordt wel gezien als het einde van de prehistorie en het begin van de oudheid, al is daarover veel discussie. Voor de geschiedenis van de koerier is het echter zonder twijfel een cruciale ontwikkeling. Doordat mensen hun boodschappen voortaan ook konden (laten) schrijven, werd het verzenden van berichten over lange afstanden gemakkelijker en meer privé en dus interessanter voor verzenders.

Maar waarschijnlijk creëerde een zich steeds verder ontwikkelende wereld ook meer behoefte aan boodschappen en documenten. In het spoor van de schriften kwam namen ook zaken als handel, wetgeving en jurisprudentie toe. In Mesopotamië raakte men zelfs zwaar gecharmeerd van het fenomeen 'contract'.

Binnen deze nieuwe situatie werd boodschapper langzaam maar zeker een betaald beroep. Vervolgens ontstonden ook koeriersdiensten, waar men een boodschapper kon inhuren. Wanneer en hoe dat precies gebeurde is niet bekend, maar de oudst bekende koeriersdienst was rond 2400 voor Christus een feit. Hij stond onder leiding van de Egyptische farao's, die hem gebruikten om regels en wetten te verspreidden onder hun volk. De koeriers maakten gebruik van een reeds bestaande infrastructuur voor het bezorgen van boodschappen, wat suggereert dat er wel degelijk voorgangers zijn geweest.

Binnen de steden zullen koeriers in de vroege oudheid zich te voet hebben verplaatst. Buiten de steden was de boot hun favoriete vervoersmiddel. De Nijl was de belangrijkste verkeersader in Egypte en de Eufraat die van Mesopotamië. Vervoer per boot over deze rivieren was de belangrijkste manier van reizen voor iedereen. Het omringende terrein was bergachtig, moeilijk begaanbaar en zat vol rovers. De enige reële manier om daar doorheen te reizen was met een bewapende handelskaravaan. Dergelijke karavanen bestonden wel, maar gingen erg traag en zaken als routes en vertrektijden werden bepaald door de leiders van de karavaan. Ongetwijfeld vervoerden zijn ook post, maar geen dringende.

 

Schildering uit een Egyptische graftombe van een Egyptische roeiboot, ongeveer 1450 v. Chr. Bron: Wikimedia Commons / Wikipedia Engeland

 

De latere oudheid: het tijdperk van de renner

In de latere oudheid zouden onder meer Perzen, Grieken en Romeinen machtige rijken stichten die enorme gebieden behelsden. Veel van de streken waar zij heersten of die ze probeerden te veroveren waren niet bereikbaar per boot. Wegen tussen belangrijke plaatsen, zoals die tussen Athene en Sparta, waren vaak bergachtig of anderszins moeilijk begaanbaar, ook voor last- en rijdieren.

Daarmee braken de hoogtijdagen aan van de hardlopende koerier of voetkoerier. Uiteindelijk is dat ook wat het woord koerier betekent: hardloper of renner, afgeleid van het Latijnse currere dat rennen betekent. Vaak worden deze koeriers dan ook renners genoemd. Sinds wanneer de renners van zich deden spreken is onbekend, maar al voor 1000 v. Chr. komen ze in bronnen voor.  

Renners waren door en door getraind en stonden bekend om hun betrouwbaarheid en toewijding. Omdat ze het snel warm kregen, gingen ze vaak dun gekleed, ook als het koud was. Boodschappers binnen het kader van een oorlog droegen niettemin het tenue en de wapens van een soldaat. Dappere mannen waren het, want hun werk was vaak ronduit gevaarlijk. Vijanden van hun opdrachtgevers en struikrovers konden hun weg maar al te gemakkelijk kruisen.

Uit bronnen blijkt duidelijk dat renners enorme afstanden in weinig tijd konden overbruggen. Zo legden Perzische boodschappers van de Turkse sultan de 350 kilometer lange route tussen Constantinopel en Adrianopel regelmatig af in twee dagen en nachten tijd.

Voerkoeriers bezorgden niet alleen belangrijke militaire of politieke informatie, maar ook dagvaardingen, liefdesbrieven, nieuws en wat er zoal niet meer van hun werd gevraagd. 

Ondanks hun topprestaties werden deze koeriers slechts hoogstzelden bekend van naam. Hun beroemdste collega werd de Griek Pheidippides (ook Phidippides of Philippides), al hangt er veel mythe om hem heen. In 490 v Chr. zou hij van de slag bij Marathon tussen de Perzen en de Grieken naar Athene zijn gerend om de overwinning van de Grieken te melden, waarna hij dood neerstortte. De historicus Herodotus vertelde in 440 v. Chr. echter een heel ander verhaal. Wel omschreef hij hem als een hemerodrome, wat zich laat vertalen als professioneel koerier te voet of hele dag koerier. En legende of niet, onze hedendaagse marathon is aan deze renner te danken. 

 

 

Philippides - illustratie van Vera Willoughby in haar boek A Vision of Greece uit 1925. Pheidippides werd rond 1900 vaak onterecht bloot afgebeeld, waarschijnlijk omdat Griekse atleten ook bloot renden in de arena. Willoughby kiest echter voor het tenue van een bewapende soldaat, wat gezien zijn rol in een oorlog zal kloppen. Bron: Wikimedia Commons

   

Romeinse koeriers

De Romeinen hadden veel zaken ontzettend goed georganiseerd en zo ook hun postbezorging. Ze zijn zelfs verantwoordelijk voor het woord 'post'. Dat is afkomstig van het Latijnse posita, dat 'standplaats' of 'wisselplaats voor postpaarden' betekent. Deze paarden, die vooral fungeerden als last- of trekdier, waren eigendom van de Romeinse staatskoeriersdienst. Daar werkten officiële koeriers die officiële berichten bezorgden en documenten vervoerden voor Romeinse staatslieden. Voor privéberichten kon de Romeinse burger privékoeriers inhuren of misschien een boodschapper van de staatsdienst omkopen.

Aangezien de Romeinen prachtige wegen hadden aangelegd, is het goed mogelijk dat zij ook al bereden koeriers hadden. Omdat ze nog geen stijgbeugels en zadels hadden, was het succesvol berijden van een paard echter maar een kleine groep mannen gegeven, dus veel zullen het er niet zijn geweest.

 

De eerste koeriers te paard

In 200 v. Chr. begonnen Indische ruiters bij het bestijgen van hun paard een touwlus te gebruiken waar hun grote teen in paste. Dit idee verspreidde zich in Azië en evolueerde tot het ergens rond de 3de eeuw na Chr., een ijzeren beugel was geworden. Zo ontstond de stijgbeugel ontstaan. Een op het oog handige maar verder weinig schokkende vinding, die het aanzien van de wereld echter flink zou veranderen. Dat wil zeggen, het veel gemakkelijker kunnen berijden van een paard zou de wereld veranderen. Zonder stijgbeugels is het lastig in balans te blijven op een paard in volle vaart, maar mét gaat dat wel. Daarmee was dit ook een belangrijke vernieuwing voor de altijd haastige koerier; paarden rennen immers een stuk harder dan mensen.

In Azië verspreidde het gebruik van de stijgbeugel zich razendsnel en zullen koeriers ze ook hebben gebruikt. Toch zou het nog eeuwen duren voordat de beugel Europa veroverde. Pas rond 550 (dus na de val van het Romeinse Rijk) werd hij geïntroduceerd, waarna het nog meer dan 250 jaar duurde voordat hij tot de standaard uitrusting van ridders behoorde. De vroegmiddeleeuwse Europeaan had het niet zo op nieuwigheden. Ook niet-ridderlijke boodschappers zullen ergens de voordelen van het paardrijden hebben opgepikt, maar er verstreken nog meer eeuwen voordat er een beroepsgroep van bereden koeriers ontstond.

 

 

Illustratie van J. W. Kennedy uit: Eva March Tappan - In the Days of Alfred the Great, 1900. De afbeelding hoort bij een moment in het jaar 870 dat de koningen Alfred en Æthelred boodschappers uitstuurden naar alle dorpen in Wessex om mannen te mobiliseren in de strijd tegen plunderende Vikingen. Opmerkelijk genoeg lijkt de stijgbeugel van deze ridder niet van staal maar van leer. Bron: Wikimedia Commons.

   

Renners nog lang in de meerderheid

Ondanks de opkomst van het paard bleven renners in de middeleeuwen de overgrote meerderheid van alle boodschappen bezorgen. Daar waren verschillende redenen voor.

  • Het hebben van een goed en snel paard was een luxe, dus een koerier te paard was dat ook. Lange tijd waren koeriers te paard bijna altijd militairen, want ridders hadden immers al een paard. 
  • Er bestond niet meteen een infrastructuur met geschikte uitspanningen voor paard en ruiter om uit te rusten en indien nodig van paard te wisselen. Pas in de tweede helft van de middeleeuwen kwamen er geleidelijk aan meer herbergen en aanverwante voorzieningen voor reizigers, met name in de steden. Voor zover die er niet waren moesten koeriers zich behelpen door aan te kloppen bij kloosters of boerderijen of te overnachten in de buitenlucht. 
  • Middeleeuwse wegen waren onverhard en van slechte tot zeer slechte kwaliteit, zeker als het weer tegenzat. Daarom was het doorgaans maar de vraag of bezorging per paard daadwerkelijk sneller was dan een goed getrainde voetkoerier. Als er bergen, smalle weggetjes of ander moeilijk begaanbaar terrein in een parkoers zaten, was de voetkoerier vrijwel zeker sneller.
  • Door de opkomst van de steden nam de vraag naar goedkope boodschappers voor korte afstanden binnen de stad snel toe en daar was geen paard bij nodig.

Aldus werden koeriers te paard slechts geleidelijk aan onderdeel van het straatbeeld. Uiteindelijk was het de uitvinding van de koets in 1498 en de infrastructuur van betere wegen en meer uitspanningen die dat tot gevolg had, die de koerier te paard de voetkoerier langzaam maar zeker deed overvleugelen.

 

 

Afbeelding uit het middeleeuwse manuscript  Weingartener Heilig-Blut-Tafel uit 1489. De Duitse keizer (Hendrik III) ontvangt in Regensburg in 1048 volgens een legende de Kennis van de Goddelijke Openbaringen van een boodschapper. De man heeft de fysiek en kleding van een renner en niet die van een ruiter. Bron: Wikimedia Commons

   

De heraut, een speciale middeleeuwse boodschapper

In de tweede helft van de middeleeuwen en nog enige tijd daarna deed een speciaal soort koerier van zich spreken, namelijk de zogeheten heraut. Herauten gingen gekleed in een bij hun functie horende tabberd en fungeerden als boodschapper van de heer die zij dienden. Als zodanig verkondigden zij boodschappen van de heer aan het volk op marktpleinen en bezorgden ze belangwekkende post. Voor het verspreidden van minder belangrijke berichten was hij te hooggeplaatst. Vandaar dat mensen vaak de zenuwen kregen als ze door de trompet of fluit van de heraut werden opgeroepen naar zijn bericht te komen luisteren.

Een heraut was echter meer dan een boodschapper. Hij organiseerde ook riddertoernooien, kondigde die aan en riep de namen van deelnemers en de gebruikte wapens af tijdens het toernooi. Verder was hij wapenmeester en kende hij alle wapenschilden. Tijdens een veldslag hield hij bij welke edelen en ridders er precies vochten voor welke partij, op rommelige middeleeuwse slagvelden bepaald geen overbodige luxe.

De oudst bekende vermelding van een heraut stamt uit 1173. Waarschijnlijk was hij toen nog een voetkoerier, maar hij zal tot de eerste officiële bereden koeriers hebben gehoord. 

Herauten zijn nooit helemaal verdwenen, maar gedurende de 18de eeuw verdwenen ze langzaam maar zeker in de marginaliteit. Hedendaagse herauten hebben alleen nog een zuiver folkloristische functie.

 

 

Jan Verkolje - De boodschapper / Het kan verkeren, 1674. De boodschapper op dit schilderij draagt de toeter en het kostuum van een heraut. Bron: Wikimedia Commons / Mauritshuis (o.a.)

   

Stadskoeriers in de vroegmoderne tijd

Tot de 12de eeuw was Europa een landelijk en bebost gebied, slecht sporadisch onderbroken door een in onze ogen kleine stadskern. In deze steden kwam de stadsbode wel voor, maar de meeste koeriers zullen toch voor een landheer of hogere edele hebben gewerkt of misschien voor een klooster. In de loop van de 12de eeuw kwam de urbanisatie echter goed op gang en groeiden steden als kool. Veel van de nieuwe stadse burgers werden bovendien goed bemiddeld door handel of succes in hun ambacht. Dat dit een gunstige ontwikkeling was voor de stadskoerier moge duidelijk zijn.

Koeriersdiensten schoten als paddenstoelen uit de grond, terwijl er ondertussen ook arme jongens geld bij elkaar scharrelden door het bezorgen van berichten. Het was een situatie die in de meeste steden nog tot ver in de twintigste eeuw zou blijven bestaan. De uitvindingen van de telefoon in 1876 zou deze boodschappers uiteindelijk overbodig maken, maar ook daar ging de nodige tijd overheen. Het duurde even voordat iedereen een telefoon had, al was het maar omdat het aanleggen van elektriciteitslijnen pas na de Tweede Wereldoorlog echt op gang kwam.

 

 

Martin Drölling - De boodschapper, 1815. Er is hier duidelijk sprake van een boodschappenjongen die afwacht of hij een antwoord mee terug moet nemen. Hij is nog erg jong en draagt kleding van een lagere klasse, maar lijkt niet al te arm. Bron: Wikimedia Commons / Clark Art Institute

   

Koeriers te paard in de vroegmoderne tijd

Rond 1500 werd de koets uitgevonden. Dat leidde zoals eerder gemeld tot betere wegen en betere mogelijkheden om lange stukken met paarden te reizen. Hierdoor kwamen er ook postkoetsen en werd postbezorging in het algemeen drastisch verbeterd. Dat nam niet weg dat een brief met de gewone post nog altijd langdurig onderweg was, ook als hij niet eens zo ver hoefde te reizen. Bovendien was deze post onvoorspelbaar. Postmedewerkers deden hun best de post zo snel mogelijk te bezorgen, maar ze hadden veel factoren niet in de hand en konden daardoor niet op voorhand garanderen wanneer een brief aan zou komen.

Daar hadden hoogwaardigheidsbekleders, legerofficieren en rechtsdienaren dus niks aan. De behoefte aan officiële en betrouwbare boodschappers die hun mannetje stonden in een gevecht bleef bestaan. Dankzij de nieuwe voorzieningen was het tijdperk van de renner niettemin voorbij. De vroegmoderne elitekoerier was bovenal een goede ruiter.

Dat paardrijden steeds interessanter werd voor koeriers lag echter niet alleen aan een betere infrastructuur. Ook de paarden zelf werden door nieuwe fokprocedures steeds beter geschikt voor het werk. Er kwam ook meer diversiteit in paardenrassen, zodat trekpaarden, tuigpaarden en renpaarden zich van elkaar gingen onderscheiden.   

 

 

Franz Wenzel Schwarz - Het goede bericht, 1870.  De koerier is in rijkleding en draagt een harnas en een sabel. Toch bezorgt hij de rijke dame in de witte jurk blijkbaar een blij bericht van persoonlijke aard. Bron: Wikimedia Commons

   

Het einde van de traditionele koerier

Rond 1800 kreeg de menselijke boodschapper voor het eerst te maken met mechanische concurrentie in de vorm van de semafoor, een analoge voorloper van de telegraaf. Vooral in Frankrijk kwam deze van de grond dankzij een enthousiaste Napoleon. Desondanks was de verspreiding van de semafoor te beperkt om koeriers, van welk type dan ook, overbodig te maken.

Niet veel later hadden telegraaf en telefoon ook bijna een eeuw lang een te lage verspreidingsgraad om de traditionele koerier werkloos te maken. Ondertussen was de gewone post nog steeds traag en onvoorspelbaar. De telegraaf maakte de stadse boodschappenjongen overigens niet overbodig. Ook telegraafberichten moesten immers worden bezorgd. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen daar in Engelstalige landen zelfs speciale bezorgers voor. In de Verenigde Staten heetten ze telegraph boys, in Groot-Brittannië telegram boys of telegram messengers

Kortom, zowel de officiële als stadse koerier bleef nog even bestaan. Dat nam niet weg dat er rond 1900 in de praktijk het nodige was veranderd voor koeriers:

  • Koeriers konden in toenemende mate gebruik maken van nieuwe vervoersmiddelen als de trein, de tram en later ook gemotoriseerd vervoer. Meer dan dat echter klommen boodschappenjongens in de steden op de fiets en ontstond de fietskoerier.
  • Stadskoeriers kregen steeds meer pakjes om te bezorgen. 
  • Koeriers gingen onderdeel uitmaken van grote organisaties, ook buiten het leger om. Vervoerders van staatsgevoelige informatie en aanverwanten waren bijvoorbeeld onderdeel geworden van moderne spionagediensten.¹ Stadskoeriers werkten steeds vaker in dienst van grote nationale post- of telegraafbedrijven. 
  • Het beroep van boodschappenjongen kwam onder druk te staan als onacceptabele kinderarbeid en werd geleidelijk aan op steeds meer plaatsen afgeschaft. ²

Daarmee was bet beroep van koerier, te voet of te paard, zoals dat tussen de middeleeuwen en pakweg 1880 grotendeels onveranderlijk was geweest, niet meer hetzelfde. Net als aan zoveel zaken, maakte de moderne tijd ook hier een eind aan.

De officiële koerier viel uiteindelijk eerder ten prooi aan moderne communicatiemiddelen dan de boodschappenjongen, want tenslotte konden zijn opdrachtgevers de dure apparatuur wél betalen. De boodschappenjongen verdween pas na de Tweede Wereldoorlog uit het straatbeeld. Dat wil zeggen uit het westerse straatbeeld, want in tal van steden in andere delen van de wereld kun je ze nog steeds tegenkomen.     

 

Frederick Arthur Bridgman - De boodschapper, 1879.  De afgebeelde koerier is geen militair, maar ook niet nederig, arm of jong genoeg om een gewone boodschapper te zijn. Op subtiele wijze weet Bridgman het idee op te roepen dat we hier te maken hebben met een spion die de sultan belangrijke inlichtingen komt brengen. Bron: Wikimedia Commons.

 


Noten

1. Spionage is van alle tijden, maar de Pruisische inlichtingendienst die in 1866 werd opgericht door politiechef Wilhelm Stieber wordt gezien als de eerste moderne dienst. https://historianet.nl/misdaad/spionage/15-spionnen-die-de-geschiedenis-veranderden

2. Zie o.a.: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lewis_Hine

Bronvermelding

Boeken

Joseph Jobé

Van koetsen en karossen. De Haan, Haarlem, 1977. Voor Nederland bewerkt door Luitenant-Generaal der Cavalerie b.d. J.A.C. Bartels. ISBN: 90 228 3847 1

Reader’s Digest

Dagelijks leven door de eeuwen heen (Corrie van den Berg red.). Brussel/Amsterdam 1994. Uitgeefmaatschappij The Reader’s Digest. ISBN: 90 6407 314 7. Blz. 370 Post.

 

Artikelen online

Beenhakkers slagwerk-trommelen.nu

Talking drum & drumtaal (z.d.), geraadpleegd op 11 oktober 2023, https://beenhakkers.nl/talking-drum/ 

InfoNu

Contracten in Mesopotamië (2013, 11 juli), auteur Varenna, geraadpleegd op 11 oktober 2023,  https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/55010-contracten-in-mesopotamie.html 

IsGeschiedenis

De uitvinding van de stijgbeugel (z.d.), geraadpleegd op 11 oktober 2023, https://isgeschiedenis.nl/nieuws/de-uitvinding-van-de-stijgbeugel

Historama rond 1900

Vervoer met paarden (2019, 30 november), geraadpleegd op 11 oktober 2023, https://www.historamarond1900.nl/leven/vervoer-en-reizen/vervoer-met-paarden

Runnersworld

Great Messengers of the Past (2010, 14 december), door Roger Robinson, geraadpleegd op 11 oktober 2023, https://www.runnersworld.com/advanced/a20808052/great-messengers-of-the-past/ 

Wikipedia

Wikipedia Nederland

Artikel informatie

Auteur

Redactie Villa Voorheen

Publicatiedatum

12 oktober 2023

Gewijzigd op

22 januari 2024

Categorieën

Hoofdrubriek 

Communicatie en media

Overige rubrieken

Reizen en vervoer

Tijdsperiode

Door de eeuwen heen