Het duurde relatief lang voordat Nederland kennismaakte met de tram, maar daarna bleek dit voertuig voor ons land gemaakt. De tram is zeer geschikt voor vervoer over kortere afstanden over vlak terrein en dat was precies wat er in Nederland nodig was. Daarom sloeg bijvoorbeeld de stoomtram beter aan dan de stoomtrein, ook buiten de stad. Later zou de elektrische trein alsnog oprukken, maar ook daarna bleef de tram in sommige steden rijden. Al met al zijn er in Nederland redelijk wat historische trams achtergebleven. Deze zijn in verschillende musea te bezichtigen en zijn soms zodanig in ere herstelt dat er toeristische ritjes mee gemaakt kunnen worden.
Matthijs Boissevain en Nicolaas van der Waay - Gezicht op de hoek Spui-Singel, 1890 (cropped). Paardentrams in Amsterdam. Bron: Wikimedia Commons/ Amsterdam Museum
Een beknopte geschiedenis van de tram in Nederland
In 1864 vertrok in Den Haag de allereerste paardentram van Nederland richting het Scheveningse strand. Hoewel vroege trams in het buitenland vaak juist binnen grote steden werden ingezet als broodnodig vervoer voor forensen, was het bij ons gebruikelijk dat ze vanuit de stad naar buitengebieden reden. Naar recreatiegebieden om precies te zijn, met het strand voorop. In 1899 vertrok de eerste elektrische tram bijvoorbeeld ook vanuit Haarlem naar Zandvoort.
Dat neemt niet weg dat trams vanaf ongeveer 1875 steeds meer binnen steden zou gaan rijden. Dat begon in Amsterdam, waar zij meer wortel zouden schieten dan waar ook. Bovendien werd in Nederland vaak besloten om op wat grotere afstanden stoomtrams te laten rijden in plaats van stoomtreinen. Dat betrof zowel personen- als goederenvervoer, vaak gecombineerd in één voertuig. De stoomtrein was te grof voor het Nederlandse landschap en op veel plaatsen onnodig om aan te leggen. De stoomtram leende zich beter voor het vlakke terrein met de vrij korte afstanden.
Nadat zowel de trein als de tram elektrisch werden, trok de tram zich grotendeels weer terug in enkele grotere steden. De elektrische trein was een ander verhaal dan de stoomtrein, wat betreft aanleg en druk op het landschap. Eind 20ste eeuw werden op sommige trajecten echter toch weer trams ingezet tussen steden en plaatsen in hun directe omgeving zoals de trams tussen Utrecht enerzijds en Nieuwegein en IJsselstein anderzijds. Dat werd echter vooral gedaan om groeiend busverkeer te ontlasten en was niet in plaats van de trein bedoeld.
Lees hier meer over de geschiedenis van tram in Nederland.
Carel L. de Vogel - De stoomtram van Alkmaar naar Bergen rijdt tussen de duinen door, 1951 (cropped). Bron: Wikimedia Commons / Nationaal Archief
Ook deze tram stond in dienst van het kusttoerisme
Museums met trams in Nederland
Aangezien er veel trams in Nederland hebben rondgereden en dat nog steeds doen, zijn er redelijk wat historische trams overgebleven om te bezichtigen. Musea waar dit kan zijn onder te verdelen in de drie volgende typen:
- Tram only. In het museum staan echt alleen maar trams of het betreft een museumtramlijn, waar je een ritje mee kunt maken langs enkele historische stations. De informatie die in deze musea wordt geleverd draait vooral om de geschiedenis van de tram.
- Tram and friends. Het museum toont naast de trams ook andere voertuigen die zijn gebruikt voor openbaar vervoer, meestal bussen. De informatie in deze musea is wat meer algemeen gericht op de geschiedenis van openbaar vervoer in Nederland. In sommige gevallen betreft het hier een museum dat ooit begon als trammuseum, maar later is uitgegroeid tot openbaar vervoer museum.
- Tram too. Enkele grotere musea in Nederland hebben binnen hun veel grotere collectie ook trams om te bezichtigen of zelfs om in te rijden.
De soort trams die je kunt bekijken, verschillen echter pers musea. Soms zijn er zowel paardentrams, stoomlocomotieven als elektrische rijtuigen, maar dat is niet altijd geval. Het valt daarmee aan te raden op voorhand goed na te gaan welke soorten trams ergens staan, mocht dit van belang voor je zijn.
Dit artikel zal zich grotendeels concentreren op de tram only musea en de musea uit de andere twee categorieën alleen kort noemen.
Pierre van Ierssel - De Leidsestraat in Amsterdam, 1947. Bron Wikimedia Commons
Museumstoomtram Hoorn-Medemblik (SHM)
In 1887 werd de stoomtramverbinding tussen Hoorn en Medemblik geopend om een groot succes te worden. De lijn door de West-Friese weilanden en bollenvelden verbond immers twee mooie, historische stadjes met elkaar. Romantischer wordt het niet voor een stoomvoertuig. Fijn dus dat juist deze lijn in goede staat is gebleven en nu gebruikt kan worden voor recreatieve doeleinden. Al op 23 mei 1968 opende de lijn als museumstoomtram.
Het hart van de lijn is het rustieke, oude tramstation in Hoorn dat als museum is ingericht. Hier leer je meer over de geschiedenis van de stoomtram. Ook kun je een route volgen langs plekken die een station tot een station maken, zoals een werkend seinhuis en een depot voor locomotieven. Het perron is verlicht met karakteristieke gaslampen om de reis terug in het verleden compleet te maken.
Vanaf dit station vertrekt de stoomtram richting Medemblik. Onderweg kom je langs de stations van de andere haltes die de vroegere lijn had. Van de tien oude stationsgebouwen die er ooit stonden, zijn er nog acht in tact. Daar kunnen andere museumlijnen alleen van dromen. De stations van Medemblik, Opperdoes, Twisk en Wognum zijn inmiddels gerestaureerd en horen bij de Museumstoomtram. De tram stopt echter alleen op station Wognum-Nibbixwoud lang genoeg om uit te stappen en even rond te kijken. In Twisk en Opperdoes staat hij even stil om de gebouwen goed te kunnen bekijken. Het station bij Abbekerk wordt momenteel nog gerestaureerd.
Heb je nog zin en tijd over, kun je in Medemblik overstappen op het oude veerpont De Friesland dat in ongeveer een uur en een kwartier naar Enkhuizen vaart en onderweg een tussenstop maakt bij het Zuiderzeemuseum. Ben je meer geïnteresseerd in de geschiedenis van stoommachines kun je je bezoek aan de Museumstoomtram ook combineren met een bezoek aan het Nederlands Stoommachinemuseum in Medemblik.
Meer informatie: https://www.stoomtram.nl/
Veningar - Rijtuig NS B 6104 achter loc 18 in Medemblik, 1969. Bron: Wikimedia Commons
Elektrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA)
De stichting Elektrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA) beheert twee historische tramlijnen, waarmee je een rit kunt maken door de hoofdstad en zijn omgeving. Vanzelf gebeurt dat in historische elektrische trams. Je kunt kiezen uit:
- Lijn 30. Dit is een museumtramlijn die door Amsterdam en omgeving rijdt en onderweg diverse haltes aandoet.
- Lijn 20. Een stadstram die een toer maakt door hartje Amsterdam en waarbij je alleen op De Dam in en uit kunt stappen.
‣ Lijn 30
Op een lokaalspoor tussen het Haarlemmermeerstation, Amstelveen en Bovenkerk rijdt tramlijn 30 met uitsluitend historische elektrische trams. Dit lokaalspoor is het laatst overgebleven stuk van wat ooit de Haarlemmermeerspoorlijnen waren. Lokaalspoor is een secundaire spoorlijn, waar doorgaans minder zwaar materieel over rijdt met lagere snelheden dan op het hoofdspoor (een soort lighttrain avant la lettre dus). De Haarlemmermeerspoorlijnen vormden een netwerk van zes lokaalspoorlijnen tussen Haarlem, Amsterdam, Leiden en Utrecht.
Deze sporen waren aanvankelijk overigens niet geëlektrificeerd. Dat is pas gebeurd voor de museumlijn, die in september 1975 voor het eerst vertrok. Stoomwolken in de omgeving van een stad als Amsterdam is beter van niet.
Het Haarlemmermeerstation is nog in originele staat en een rijksmonument. Bij dit station ligt ook de remise en een winkel die grotendeels is gevuld met leesmateriaal. Amstelveen telt ook als monument. Het station en de huizen langs de lijn stonden al eerder op de monumentenlijst, maar in 2020 is de lokaalspoorlijn daar zelf ook aan toegevoegd.
Kees Hofker - Haarlemmermeerstation aan de Amstelveense weg in 1915. Bron: Wikimedia Commons
De elektrische trams van Lijn 30 rijden komen o.a. uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen, Zeist, Wenen en Praag en zijn tussen 1904 en 1960 gebouwd. De tram rijdt van begin April tot eind Oktober iedere zondag en buiten het seizoen op sommige feestdagen en in december.
Wegens werkzaamheden rijdt er tijdelijk een pendelbus tussen het Haarlemmermeerstation en het Jollenpad. De de haltes Remise Karperweg, Jan Wilsbrug en IJsbaanpad zijn buiten gebruik en worden ook niet door de pendelbus aangedaan. Aan de zuidkant van het station zijn eveneens werkzaamheden, waardoor de haltes Amstelveen, Handweg, Noorddammerlaan en Bovenkerk buiten dienst zijn.
Haltes die momenteel wel worden aangedaan zijn (van noord naar zuid): Jollenpad/Zuiderhof, Koenenkade, Van Nijenrodeweg, Kalfjeslaan, Amsterdamseweg, Karselaan, Molenweg en Parklaan.
Alf van Beem - Een historische tram van de EMA rijdt over de Kalfjeslaan, 2022. De spoorovergang met Andreaskruis is typisch voor lokaalspoor. Bron Wikimedia Commons
Een ritje met lijn 30 kun je eventueel met onderstaande activiteiten combineren. Achter haakjes staat de bijbehorende uitstaphalte.
- Een wandeling in het Amsterdamse Bos (Koenenkade)
- Het Bezoekerscentrum van of het Klimbos in het Amsterdamse Bos (Van Nijenrodeweg)
- Een wandeling in de drie heemparken (Amsterdamse weg)
- Een bezoek aan de Bloesemtuin in het Broersepark (Molenweg of Parklaan)
- Brouwerij en proeflokaal ANNA in Amstelveen (via halte Parklaan)
- Museum Jan (moderne glaskunst) en het Cobramuseum (moderne kunst) in Amstelveen (op eigen gelegenheid vanaf Parklaan of na heropening vanaf station Amstelveen).
DennisM - Het voormalige station in Amstelveen, nu een gemeentelijk monument, 2015. Bron: Wikimedia Commons
‣ Lijn 20
Het is eens wat anders dan een rondvaartboot. Een rondrit door het centrum van Amsterdam met een historische tram. Dat kan met lijn 20 van de EMA. Tussen begin april en eind oktober rijdt hij op iedere zaterdag en elke tweede en vierde zondag van de maand. Verder zijn er nog extra ritten rond Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren. Instappen kan alleen op de Dam waar je de kaartjes gewoon bij de conducteur koopt. Reserveren is niet nodig.
De tram komt langs tal van toeristische trekpleisters als het Anne Frankhuis, Het Rijksmuseum, Het Leidsche Plein, Carré, Artis en het Rembrandtplein. Al is het altijd mogelijk dat men door omstandigheden van verkeerstechnische aard van deze route moet afwijken.
Meer informatie: https://www.museumtramlijn.org/
Alf van Beem - Het interieur van museumtram 4143 afkomstig uit het Weense district Floridsdorf, 2008. Bron: Wikimedia Commons
Haags Openbaar Vervoer Museum (HOVM)
Uiteindelijk zou Den Haag door Amsterdam worden voorbijgestreefd als grootste tramstad van de lage landen, maar de hofstad beet wel het spits af. De allereerste rails van Nederland en zelfs de Benelux werden hier in 1864 aangelegd voor een paardentram. Deze liep van Den Haag Parkstraat naar het Kurhaus in Scheveningen en vice versa. The Dutch Tramway Company die dit op poten had gezet was de eerste trammaatschappij binnen de Benelux. Hierna bleef de stad voorop lopen met o.a.:
- De eerste interlokale paardentramlijn naar Delft, die in 1866 werd geopend.
- De eerste stoomtreinlijn van de Benelux in 1879, die van het Rhijnspoorstation naar Scheveningen liep.
- De eerste volledige elektrische tramlijn van Nederland die vanaf 1891 reed tussen Plein en Scheveningen. (De eerste elektrische trams in Nederlanden waren te zien rond Vaals in Zuid-Limburg, als onderdeel van een Duits-Nederlandse lijn).
Ofwel, waar het hebben van een populaire badplaats goed voor is. Ook tegenwoordig is Den Haag-Scheveningen nog een van de drukste tramlijnen van Nederland. De eerste Belgische paardentram vertrok overigens in 1869 en de eerste Amsterdamse pas in 1875, elf jaar na de Haagse. Vandaar misschien dat Den Haag een constructiever trammuseum blijkt te hebben dan de hoofdstad.
Maker onbekend - Foto van het eerste ritje met een paardentram vanuit Scheveningen naar Den Haag op 23 juni 1864. Bron: Wikimedia Commons/ Haags Gemeentearchief
De meest linkse man met hoge hoed is Neville Davison Goldsmid (1814-1875), oprichter van 'The Dutch Tramway Company Ltd'.
Aanvankelijk was het Haags Openbaar Vervoer Museum gericht op de geschiedenis van trams én bussen, maar tegenwoordig concentreert het zich op tramhistorie alleen. Iets dat veel te maken heeft met het feit dat het museum is gevestigd in een oude remise aan de Frans Halsstraat. Die is gebouwd in 1906 en is dankzij vrij recente renovaties zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. Voor oude bussen kan men terecht bij het Haags Bus Museum (HBM)
In het museum kan een collectie van dertig tramwagens worden bewonderd. Die zijn niet allemaal even oud, want men wil vooral een beeld geven van de verschillende trams door de jaren heen. Zestien van deze trams staan niettemin op de monumentenlijst. De meeste hiervan zijn gele trams zoals die in Den Haag het meest reden. Toch heeft het museum ook enkele blauwe trams. Het zegt ons niet veel meer, maar tot ver in de 20ste eeuw wisten mensen precies waar de gele trams naartoe reden en waar de blauwe.
Het museum geeft met behulp van een uitgebreid fotoarchief en een grote verzameling attributen en documenten ook veel informatie over de geschiedenis van het openbaar vervoer in Den Haag. Daartoe worden regelmatig exposities ingericht.
Op zondagen rijden vrijwilligers met drie historische trams door Den Haag. Alleen op de vierde zondag van de maand wordt de tweede rit alsnog gedaan met een historische bus. Er is ook een Tourist Tram, die dagelijks langs zoveel mogelijk bezienswaardigheden in Den Haag pendelt. Hiertoe zijn vier trams van rond de jaren ’60 gerestaureerd.
Meer informatie: https://hovm.nl/ of https://touristtram.nl/
Charles Voogd - Museumtrams in de remise van het HOVM, 2007. Bron Wikimedia Commons
Tram and friends: bredere openbaar vervoer musea
Naast de tram zijn ook de bus, de metro, de postkoets en het veerpont vormen van openbaar vervoer die in sommige musea terugkomen; in levende lijve dan wel in de getoonde geschiedenis. Vaak hebben deze bredere musea ook meer artefacten die bij de geschiedenis van het openbaar vervoer horen, zoals kostuums, kaartjesknippers en oude dienstroosters. Desondanks is de tram er nog steeds het meest dominant aanwezig, slechts op gepaste afstand gevolgd door de bus. Ook hier maken trams wel ritjes door stad of land. Musea binnen deze categorie zijn:
- Het RTM trammuseum in Ouddorp
Het oudste trammuseum van Nederland vertelt voornamelijk de geschiedenis van De Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM), die openbaar vervoer verzorgde op de Zuid-Hollandse eilanden en Schouwen-Duiveland. In weerwil van de naam zou de maatschappij ook veer- en busdiensten opzetten. Hedendaagse tramritjes gaan over de Brouwersdam.
-
Het Rotterdams Openbaar Vervoer Museum (ROVM)
Tot 2023 stond ook dit bekend als trammuseum, maar de komst van steeds meer bussen, twee metrostellen en een groeiend aantal artefacten rechtvaardigde een nieuwe naam. Meer dan de andere musea zijn hier ook oude paardentrams en omnibussen te bewonderen.
- Het NZH-Vervoermuseum in Haarlem
Dit museum is gewijd aan de geschiedenis van één bepaalde vervoersmaatschappij, namelijk de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer-Maatschappij, kortweg de NZHVM en nog korter de NZH. Het is deze maatschappij die de eerste elektrische tramlijn op de rails bracht. Het museum is gespecialiseerd in blauwe trams, maar heeft ook enkele oude bussen in de remise staan. Tegenwoordig kennen we de NZH als Connexxion.
Maurits90 - Een prachtig houten rijtuig van het RTM trammusuem in Ouddorp, 2014. bron: Wikimedia Commons
Tram too: musea die ook trams hebben
Zoals gezegd zijn er ook enkele musea waar je wel trams kunt bekijken en er soms ook in kunt rijden, maar waar dit maar een klein onderdeel van een groter museum is. Dat is het geval in:
- Het Openluchtmuseum in Arnhem
Tussen alle andere opstallen van dit museum ligt een tramremise vol historische trams. Enkele gerestaureerde trams worden gebruikt voor ritjes door het park. Leuk aan deze tram is dat hij nog functioneel is en gebruikt kan worden om onderdelen van dit uitgebreide park te bezoeken zonder voeten vol blaren te krijgen.
- Het Spoorwegmuseum in Utrecht
Tussen de vele treinenstellen en locomotieven in Neerland 's bekendste treinmuseum staan ook enkele trams. Daar wordt echter niet mee gereden, aangezien men al rijdt met een stoomtrein.
- Het Nationaal Smalspoormuseum in Valkenburg (ZH)
Ook dit museum draait primair om treinen, maar dan om treinen die op smalspoor hebben gereden. Omdat trams daar ook op hebben gereden kan het natuurlijk niet missen dat deze ook tot de collectie behoren. De voertuigen zijn allemaal afkomstig van Gelderse tramdiensten.
- Het Nationaal Transport Museum
Dit museum, dat een collectie bezit van talloze uiteenlopende voertuigen, is momenteel op zoek naar een nieuwe locatie en daarom gesloten.
Anne-Claire Verham - Tramremise met trams ervoor in het Openluchtmuseum in Arnhem, 2022.
© Anne-Claire Verham/ Villa Voorheen
Een uitstapje voor iedereen
Speciaal aan ritjes met oude voertuigen is dat iedereen mee kan. Het is leuk voor jong en oud, want er is altijd wel wat te zien langs de lijn. Het weer hoeft er niet persé goed voor te zijn en het kan een rustmoment zijn op een drukke dag. Het maakt niet uit of je slecht ter been bent of weinig conditie hebt. Honden mogen in de meeste voertuigen ook mee (al is het altijd raadzaam dat van te voren te checken). Misschien zijn de bijbehorende musea niet voor iedereen weggelegd, maar de trams zelf zijn even laagdrempelig als ze altijd altijd al waren.
Veel rijplezier!
Anne-Claire Verham
Verder lezen
Artikel op Historama Rond 1900
Trams in Nederland tussen 1864 en 1914
Hoe Nederland een land van tram - en buurtspoorwegen werd
Reactie plaatsen
Reacties