In: Bekijkblog
Vanaf de grens met Drenthe is het amper anderhalf uur rijden naar het plaatsje Cloppenburg in Nedersaksen en het lokale openluchtmuseum. Op een steenworp afstand ligt ook een vakantiepark van Nederlandse origine. Daarmee is dit vriendelijke streekmuseum, dat officieel Museumdorf Cloppenburg heet, interessant voor veel Nederlandse bezoekers. In principe verschilt het weinig van Nederlandse openluchtmusea, maar de stijl van de tentoongestelde gebouwen is net even anders. Het geheel geeft een typisch beeld van het Noord-Duitse platteland. Er worden bovendien regelmatig activiteiten en demonstraties georganiseerd en het park maakt een leuke wandeling mogelijk.
Anne-Claire Verham. Boerderij Arkenstede in het openluchtmuseum van Cloppenburg.
© Anne-Claire Verham
Door:
Anne-Claire Verham
Museum bezocht op:
2 september 2024
Een openluchtmuseum, geen museumdorp
Het museum noemt zichzelf een museumsdorf. Dat kan de Nederlandstalige bezoeker op het verkeerde been zetten. Met het woord museumdorp bedoelen wij doorgaans bestaande dorpen als Orvelte in Drenthe of Thorn in Limburg. Dat zijn geheel of gedeeltelijk openluchtmusea, maar er wonen ook nog gewoon mensen. Als er sprake is van een afgebakend terrein waar oude boerderijen en andere gebouwen ('opstallen') naartoe zijn verplaatst en bij elkaar gegroepeerd zonder dat er nog mensen in wonen, gebruiken wij de term openluchtmuseum (in het Duits een freilichtmuseum).
Hoewel ook dat in alle eerlijkheid verwarring kan geven, aangezien het woord 'openluchtmuseum' in feite wordt gebruikt voor ieder type museum in de buitenlucht, ook als er iets heel anders wordt tentoongesteld dan historische gebouwen.
Cultuurhistorische openluchtmuseums zoals hier bedoeld zijn o.a. het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, het Zuiderzee Museum in Enkhuizen en het Openluchtmuseum Ootmarsum in Overijssel. In Belgisch Limburg bij Genk ligt het openluchtmuseum Bokrijk, dat een van de grootste van Europa is. In ak deze parken kun je zien hoe mensen in vroegere tijden leefden.
Het museum in Cloppenburg is als openluchtmuseum hiermee vergelijkbaar. Het is van gemiddelde omvang, maar daarmee dus wel een stuk kleiner dan Bokrijk of Arnhem.
Vakwerkkerk in Museumsdorf Cloppenburg. Foto Xocolatl, 2011 (cropped). Bron: Wikimedia Commons
Wat je er kunt zien
Op het lommerrijke terrein zijn meer dan vijftig opstallen herplaatst, die tussen de 16de eeuw en het begin van de 20ste eeuw daadwerkelijk zijn bewoond en/of in gebruik waren, ergens in Noordwest-Duitsland . Het is een bonte verzameling woningen als boerenhoeves, huisjes van dagloners en de huizen en werkplaatsen van ambachtslieden. Daarnaast kan men er drie windmolens, een herenhuis, een kerk en een school vinden. Ook zijn er gebruiksgebouwen als een waag, een leemopslag, stallen en schaapskooien.
Alle gebouwen zijn ingericht en tonen meubels, huisraad, gereedschappen en agrarische werktuigen uit diverse historische perioden. Sommige stallen en kippenhokken worden wél nog bewoond door hen die zich daar altijd al in bevonden. Ook zijn er verschillende goed onderhouden tuinen op het terrein. Zoals in openluchtmusea wel vaker het geval is, zijn er ook de nodige koetsen en karren te bewonderen. Net als wij tegenwoordig doen met onze auto, zagen 17de- en 18de-eeuwers hun vervoersmiddel vaak als een verlengstuk van wat ze beschouwde als 'thuis'.
Wat betreft service kan men rekenen op voldoende parkeerplaats, een ruime horecagelegenheid met uitstekend gebak en een speeltuin. Verspreid door het lommerrijke park staan verschillende toiletgebouwen en al dan niet beschutte zitbankjes.
Het museum organiseert ook regelmatig tentoonstellingen, demonstraties van oude ambachten en andere activiteiten voor jong en oud. Dat is dan wel vooral tijdens het hoogseizoen en andere drukke perioden. Rondleidingen zijn ook mogelijk maar daar kun je beter op voorhand even contact over opnemen. Meer informatie is te vinden op de website die gedeeltelijk ook in het Nederlands beschikbaar is.
Blik in de werkplaats van een timmerman in openluchtmuseum Cloppenburg. Foto Xocolatl, 2011 (cropped). Bron: Wikimedia Commons
Het platteland van Nedersaksen
Cloppenburg ligt in de deelstaat Nedersaksen. Dat is een groot gebied, in oppervlakte de op een na grootste deelstaat van Duitsland. Bekende steden zijn Hamburg, Bremen en de hoofdstad Hannover. Grofweg gezien grenst het aan de noordelijke helft van Nederland. Dat het qua inwoneraantal pas de vierde Duitse deelstaat is, geeft aan dat er nog veel platteland is.
Dat platteland is tamelijk vlak en grenst niet voor niks aan Nederland. Als je er doorheen rijdt zie je de vele overeenkomsten, vooral met Drenthe. Water en wuivend riet, dijken, maïsvelden en weilanden, boerderijen in rode baksteen, heide en bos, fietspaden en, jawel, een enkele windmolen.
Toch zijn er ook verschillen. Veel gebouwen zijn opgetrokken uit vakwerk met een herkenbare lokale touch, waarbij vaker rode steen of stucwerk wordt gebruikt dan wit stucwerk. Ook de inrichting van land- en woongebieden verschilt enigszins met Nederland. Zo zagen wij een spoorweg voor dieselboemeltjes letterlijk door mensen hun voortuin lopen terwijl er nog een vrij lange goederentrein overheen reed ook. De machinist trok vrolijk aan zijn fluit toen we hem passeerden, waarschijnlijk in de wetenschap dat Nederlanders altijd erg opkijken van zijn trein.
Hans am Ende - Winter in Worpswede, 1900. Bron Wikimedia Commons
Goed voorbeeld van de rode vakwerkhuizen in Nedersaksen.
Klopt het museum met deze huizenbouw?
En streekmuseum heeft uiteraard weinig zin als het dan vervolgens de sfeer van de streek niet weerspiegelt, maar dat zit hier wel goed. Afgezien van de molens en twee recentere hoeves, zijn alle gebouwen op het terrein van vakwerk en herken je er de streekarchitectuur meteen in terug. Daarmee heeft het museum ook toegevoegde waarde voor mensen die al vaker een openluchtmuseum bezochten.
Wel zijn de verschillen binnenin de gebouwen kleiner. Wat betreft indeling en inrichting zijn de huizen moeilijker te onderscheiden van die in andere openluchtmusea. Dat wil zeggen, niet voor de leek op dit gebied. Experts denken er wellicht anders over.
Wat viel er verder op?
De drie windmolens op het park zijn zeer de moeite waard. Opvallend is dat ze alle drie een totaal ander binnenwerk hebben en op een andere manier graan malen. Een vergelijking daarvan is goed mogelijk.
Wel zijn de molens van binnen lastig tot niet te betreden voor mensen met een mobiele beperking. Daar komt echter door hoe zo’n molen in elkaar stak. Er waren alleen ladders waarmee men van de ene naar de andere verdieping kon komen. Wat ons leert dat molenaars zelf ook niet slecht ter been konden zijn.
Molen in museum Cloppenburg. Foto Xocolatl, 2011 (cropped). Bron: Wikimedia Commons
Conclusie
Museumsdorf Cloppenburg is een gemoedelijk park dat een goed beeld geeft van de huizenbouw en het boeren dorpsleven in Nedersaksen vanaf ongeveer de 17de eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. Het park is relatief gezien niet zo groot, maar de toegangsprijzen zijn dan ook schappelijk en in overeenstemming met wat het te bieden heeft.
Voor de meeste mensen zal gelden dat dit museum geen dringende mustsee is, maar wel een leuk en leerzaam uitje in de omgeving. Geschikt voor zowel jong als oud en afgezien van de molens ook goed toegankelijk voor mensen met een mobiele beperking. Honden zijn, mist aangelijnd, ook welkom in het park.
Op wat voor dag je het Museumsdorf zou bezoeken, is wel een punt om over na te denken. Op drukke dagen en in het hoogseizoen is er meer te beleven en zijn er volop activiteiten, ook voor kinderen, maar is het dus wel vrij druk in een minder groot park. Op een doordeweekse dag buiten het hoogseizoen zijn er weinig tot geen activiteiten, maar kun je wel op je gemak rondwandelen en alles rustig bekijken. Wie een keus heeft, kijkt dus beter even wat de voorkeur heeft.
Anne-Claire Verham. Smidse en wagenmakerij, traditioneel naast elkaar gelegen, omdat de een niet kon bestaan zonder de ander.
© Anne-Claire Verham
Gegevens
Adres
Museumsdorf Cloppenburg /Niedersächsisches Freilichtmuseum
Bether Straße 6,
49661 Cloppenburg
Duitsland
Website
Openingstijden
Zomer (maart t/m oktober): 9.00-18.00 uur
Winter (november t/m februari): 9.00 - 16.30
Reactie plaatsen
Reacties